Moed Creativiteit Nieuwsgierigheid – Professor dr. Peter Hagoort

“Cognitieve uitmuntendheid op zich biedt geen garantie voor het zijn van een goede wetenschapper. Creativiteit en de moed om je intuïtie te volgen zijn even belangrijke kwaliteiten.” Deze visie van professor dr. Peter Hagoort is illustratief voor zijn eigen baanbrekende bijdrage aan de wetenschap.

Het is verkiezingsdag in Nederland en we zijn verheugd om professor dr. Peter Hagoort te ontmoeten. Momenteel is hij directeur van het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek en de oprichtend directeur van het Donders Centrum voor Cognitieve Neuroimaging aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In juni 2012 ontving hij de prestigieuze Akademiehoogleraarprijs voor zijn uitstekende en innovatieve werk. Dit is een van de vele belangrijke prijzen en onderscheidingen die hem de afgelopen jaren zijn toegekend. Als onderzoeker van de neurobiologische grondslagen van menselijke taal was hij een pionier in het combineren van psychologische theorie en neurowetenschappelijke modellen, en zijn ideeën hebben een enorme impact gehad op de discipline als zodanig.

In gesprek met professor Hagoort, die lid is van ARTISA’s Adviescommissie, treffen we een geïnspireerde, toegewijde wetenschapper aan, gefascineerd door wat ons het meest menselijk maakt terwijl hij tegelijkertijd stevig met beide benen op de grond blijft staan. Een gerenommeerd wetenschapper die erin is geslaagd om een opmerkelijk niveau van bescheidenheid te behouden.

Wat is het geheim van zijn succes? Wat is er nodig om een creatieve wetenschapper te zijn en welke verbinding ziet hij tussen wetenschap en kunst? Peter Hagoort: ‘Naast fascinatie en discipline is creativiteit een belangrijk aspect bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Met onze huidige kennis kunnen we onmogelijk voorzien welke vragen zullen opkomen en wat hun oplossingen zullen zijn. Er bestaat geen recept dat je naar nieuwe inzichten en resultaten leidt. De moed hebben om onbekende paden te bewandelen, van de gebaande paden af te wijken is naar mijn mening essentieel. Ik vermijd het volgen van de gebruikelijke weg en populaire onderwerpen. Als iets een hot item is, kijk ik vaak in de tegenovergestelde richting, stel ik mezelf vragen die over het hoofd worden gezien of schijnbaar van weinig tot geen belang zijn. Andere voorwaarden voor creativiteit zijn niet bang zijn om fouten te maken en de moed hebben om je niet te laten leiden door succes maar kritische vragen te blijven stellen en van koers te veranderen.

Natuurlijk heb ook ik onderweg mijn deel aan frustraties gehad. Deze hebben me echter nooit weerhouden van het doen van wat ik belangrijk vond. Nu, als directeur van het Donders Instituut, bevind ik me in de luxepositie dat hier veel jonge en zeer getalenteerde wetenschappers uit de hele wereld bij ons werken. Sommige studies zijn succesvol, andere niet. Er zijn niettemin altijd resultaten die we kunnen gebruiken om een beter begrip te krijgen van de grote puzzel die we onderzoeken. Net als bij het maken van een puzzel met mijn kleine dochter moet je het grote plaatje voor ogen hebben, eerst zoeken naar de hoekstukjes, welke stukjes passen en welke niet…. Een fascinerend proces.

Als wetenschapper kan ik meestal goed overweg met kunstenaars. Als ik met een kunstenaar praat, voel ik veel meer gemeenschappelijke grond dan bijvoorbeeld wanneer ik met een accountant praat. We delen dit creatieve proces, zoeken naar nieuwe perspectieven en stellen fenomenen ter discussie die anderen als vanzelfsprekend beschouwen, en genieten van de drang om te experimenteren. In de context van ontdekking zijn er veel overeenkomsten tussen wetenschap en kunst. Lateraal denken en het beoefenen van kunst helpt bij het betreden van nieuwe domeinen. Ik schreef vroeger poëzie [we vonden enkele van zijn mooie gedichten op internet], maar heb daar tegenwoordig helaas geen tijd meer voor. Mijn plan om één avond per week te reserveren voor het schrijven van poëzie is niet gelukt, simpelweg omdat het een bepaald niveau van concentratie en gemoedstoestand vereist die je niet kunt afdwingen.

Hoewel kunst kan helpen in deze context van ontdekking, is het niet het enige hulpmiddel. Praten met mijn grootmoeder of een tuinman bijvoorbeeld, fietsen en toevallige ontmoetingen kunnen net zo behulpzaam zijn. De ruimte hebben om je intuïtie en neiging te volgen.

In de context van rechtvaardiging zijn kunst en wetenschap twee zeer verschillende gebieden, elk met hun eigen spelregels. In het Co-op project werkte ik samen met een kunstenaar en dit is waar we geen gemeenschappelijke grond konden vinden. In de wetenschap zijn we op zoek naar kennis; kennis gereguleerd door regels van verificatie, validatie en de mogelijkheid om resultaten te herhalen en te controleren. In de kunst ligt het focuspunt op de uniciteit en subjectiviteit van de ervaring. Met een eigen set van unieke regels. Als ik een doek zou schilderen zonder te zijn geïntroduceerd in het domein van de kunst, zou het niet worden herkend als een kunstwerk…

Zoals ik eerder zei: met onze huidige kennis kunnen we onmogelijk voorspellen wat we verder op de weg zullen weten en welke uitdagingen en vragen de toekomst zal brengen. Wie had de wereldwijde economische crisis of de Al Qaida-aanval op de VS kunnen voorspellen? Als we hadden geweten van de instorting van de Twin Towers, hadden we zeker niet de Arabische faculteiten in Nederland gesloten in het jaar voorafgaand aan deze tragedie. Met een steeds complexere, onderling afhankelijke mondiale samenleving, die zich in een exponentieel tempo ontwikkelt, hebben we een wetenschappelijke context nodig waar toegewijde onderzoekers de vrijheid genieten om fundamenteel onderzoek uit te voeren en waar we deze context van ontdekking waarderen; dit hebben we gemeen met de kunsten.

In Duitsland begrijpen ze dit principe goed. Ondanks de crisis ontvangt het Max Planck Instituut een extra 5% voor het doen van fundamenteel onderzoek zonder enige beperkingen. In Nederland hebben we echter wetenschappelijk onderzoek beperkt tot negen zogenaamde ’topsectoren’; deze moeten in het middelpunt van de belangstelling staan en ontvanger zijn van alle financiële middelen. Te veel focus op valorisatie (het geschikt maken van academische kennis en vaardigheden voor gebruik door de samenleving in het algemeen) en economische efficiëntie zal ons wetenschappelijke immuunsysteem aantasten. Ons immuunsysteem beschermt ons tegen onvoorspelbare en nog onbekende problemen en uitdagingen van de toekomst. Het spreekt voor zich dat deze uitdagingen zich niet beperken tot deze negen topsectoren.

Ik ben van nature een optimist, maar ik moet bekennen dat ik me zorgen maak over de toestand waarin onze wereld zich vandaag de dag bevindt. Mijn bijdrage aan de wereld is om hopelijk bewustzijn te creëren, verborgen aspecten te onthullen, manieren te vinden om om te gaan met deze complexe, onvoorspelbare samenleving. Wij, mensen, voelen ons ongemakkelijk bij chaos (zelfs in onze geest) en zowel instinctief als fysiek wensen we niets liever dan zo snel mogelijk uit dit gevoel van verwarring te komen.

Je vraagt me wat ik zou willen zeggen tegen jonge onderzoekers en PhD-studenten? Weet wat je niet weet en durf deze beperkingen toe te geven. Sta open en erken dat je iets kunt leren van die kerel tegenover je [wijzend naar zichzelf]. En, tegelijkertijd, stel alles ter discussie en twijfel aan alles, wees vasthoudend en moedig genoeg om je eigen intuïtie te volgen.’

Lees meer